De 16 doden van Trimunt
Gepost door:Harm Hillinga | Datum: 7 juni 2018.
Let op:
- Als je met je muis over bepaalde foto's of afbeeldingen gaat staan, verschijnt een (korte) beschrijving daarvan.
- Er verschijnt dan ook een handje.
- Zie je het handje... klik dan met de linkermuisknop, dan wordt de foto/afbeelding vergroot getoond in een nieuw venster/tabblad.
- Klik nogmaals met je linkermuisknop en de foto/afbeelding wordt verder vergroot.
- Met de schuifbalk(en) kun je door de foto/afbeelding scrollen.
- Klik op het kruisje rechtsboven in het venster/tabblad dan wordt deze weer gesloten.
Foto: ©Jur Kuipers, april 2023. Oorlogsmonument bij de Ned. Herv. Kerk van Marum voor de 16 slachtoffers. Het monument staat aan de Noorderringweg 41. 9363 HA te Marum, naar een ontwerp van Willem Valk.
Steven van der Wier
Steven van der Wier is een flink uit de kluiten gewassen schooljongen, die woont op een boerderij aan de Haarsterweg tussen Marum en Frieschepalen. Steven houdt van al die dingen die de meeste kinderen fijn vinden. Als hij vrij is van school klomt hij in bomen en springt over sloten. Als het voorjaar is zoekt hij kikkervisjes en bewaart ze in een jampotje, tot ze pootjes krijgen en ze hun lange zwiebelstaartjes kwijtraken. Soms vindt Steven een nest met kievitseieren of ligt hij op zijn buik in een weiland te kijken naar een ooievaar of reiger aan de kant van de sloot. Als hij wat groter wordt maakt hij vliegers, prutst aan oude fietsen en helpt thuis mee op de boerderij. Steven is het tweede kind uit het tweede huwelijk van zijn vader. Hij is een resolute, vriendelijke jongen met een levendige belangstelling voor alles wat er om hem heen gebeurt. Als de ouderen over de oorlog praten, luistert Steven met gespitste oren. Hoe vaak heeft hij het verhaal niet gehoord van zijn oudere broer Uitze, die in de meidagen van 1940 als soldaat tegen de Duitsers heeft gevochten[1]. Straks lezen we meer over Steven.
In 1943 wordt door 'Wehrmachtsbefehlshaber' generaal F. Christiansen aangekondigd dat 300.000 Nederlandse militairen alsnog in krijgsgevangenschap zullen worden afgevoerd. Dit nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje door Nederland, nog voordat de officiële bekendmaking in de avondbladen van donderdag 29 april 1943 verschijnt. Drukkerij Smit aan de Telgen in Hengelo heeft diezelfde middag het nieuws namelijk al op de ruiten van de drukkerij geplakt, zodat iedere voorbijganger het onheilspellende bericht kan lezen. Als protest tegen deze maatregel breekt spontaan overal in Nederland de April-Meistaking uit. Telefonistes in Hengelo geven het bericht door aan collega's in andere plaatsen: 'Hengelo staakt - staakt u ook?'[2].
De bezetter reageert furieus. Met goedkeuring van dr. Seyss-Inquart wordt het 'Polizei-Standgericht' ingevoerd. De bedrijfsfunctionarissen kriijgen het bevel om maandag 3 mei 1943 het werk te hervatten. Mensen die geen gehoor geven aan deze oproep, kunnen op zware straffen rekenen. Het gevolg is dat de meeste arbeiders weer aan de slag gaan. Slechts enkelen besluiten onder te duiken [3].
In het Westerkwartier wil men de Duitsers tonen dat men de Nederlandse mannen niet wil laten gaan om in Duitsland te werken. Er breekt een staking uit die het leven snel verlamt. Winkels gaan dicht, de boeren leveren geen melk meer aan de zuivelfabrieken. Bootjes waarmee de melk naar de zuivelfabriek wordt gevaren, laat men zinken. Melkwagens worden onklaar gemaakt, zodat de melkbussen niet bij de boerderijen kunnen worden opgehaald. Ook in De Haar, een langgerekte streek tussen Marum en Frieschepalen bij de Fries-Groningse grens is de staking het gesprek van de dag. De mensen laten het werk rusten en staan in groepjes langs de weg om de situatie te bespreken. Zondagsavonds komen groepen jongelui aan de Haarsterweg samen. Ze staan in een wijde kring en zingen met felle overtuiging vaderlandse liederen. Ze kunnen niet vermoeden hoe meedogenloos de vijand nog geen dag later zal toeslaan!
Al in het najaar van 1940 ziijn de Duitsers begonnen in Trimunt, een paar kilometer van De Haar een radarstelling in te richten, die ze de codenaam Löwe geven. De soldaten die deze radarpost bemannen, moeten overvliegende geallieerde toestellen peilen en de eigen nachtjagers er naar toe dirigeren. In de loop van de oorlog is dit barakkenkamp met een groot aantal betonnen bunkers en geschutsopstellingen uitgebreid. De bevolking van Marum ondervindt weinig hinder van de Duitse soldaten, die het in het rustige Trimunt, ver van het front, tamelijk naar hun zin hebben. De commandant van Löwe, Ober-Leutnant Berndt is er dan ook weinig gelukkig mee, als hem maandagmorgen, 3 mei 1943 wordt gerapporteerd, dat er in het dichtbij gelegen De Haar verzetsdaden zijn gepleegd. Er ziijn boomstammetjes over de weg gelegd, zodat het verkeer er door gehinderd wordt.
Na een tweede melding dat de boomstammetjes er nog liggen, voelt Ober-Leutnant Berndt zich geroepen iets te ondernemen. Hij neemt telefonisch contact op met de Duitse Sicherheits Dienst (SD) in het Scholtenshuis op de Grote Markt in Groningen en krijgt instructies om streng op te treden en de verzetsacties in de kiem te smoren.
UItze van der Wier als grenadier
Bij het uitbreken van de oorlog heeft Uitze als grenadier in Den Haag gelegen. Zijn onderdeel is bij Ypenburg in verschrikkelijke gevechten met de Duitsers gewikkeld geraakt en heeft daarna moeten oprukken naar Rotterdam. Dagenlang heeft Uitze de verschrikkingen van de oorlog meegemaakt. Nadat de Maasstad door de Duitsers is gebombardeerd, heeft het Nederlandse leger zich moeten overgeven en zijn onze Oosterburen hier de baas geworden. Even lijkt het er nog op dat ze ons volk wel met rust zullen laten. Maar al gauw worden de eerste mensen opgepakt en in gevangenissen gestopt. Al gauw worden de eerste doodvonnissen voltrokken. Al gauw worden de Joodse Nederlanders uit hun huizen gesleept, omdat Hitler de Joden haat. Meer dan 100.000 Joden zullen in de loop van de oorlogsjaren van Nederland naar Polen worden vervoerd. De meesten worden in gaskamers gedood. Honderdduizenden Nederlandse mannen moeten slavenwerk verrichten in Duitse fabrieken. Recht is er niet meer. Je mag niet meer zeggen wat je meent. Je mag niet meer doen wat je wil. De Duitsers zijn hier de baas. En ze laten het geducht merken ook.
Onrechtvaardig
Op donderdag 29 april 1943 gaat er een schok door Nederland.
De “Wehrmachts-befehlshaber in den Niederlanden”, generaal Fr. Christiansen, maakt bekend dat de Nederlandse soldaten weer in krijgsgevangenschap moeten komen. Na de oorlogsdagen van 1940 zijn ze vrijgelaten en ook Uitze van der Wier heeft naar huis mogen terugkeren. Waarom worden ze drie jaar later plotseling weer teruggeroepen? Omdat de Duitsers dringend behoefte hebben aan duizenden werkkrachten die in hun fabrieken kunnen werken. De Duitse mannen vechten immers aan het front. Overal in Nederland heerst grote schrik. Opnieuw in krijgsgevangenschap? Dat nemen we niet. We gaan niet, zeggen velen. Door heel het land breken stakingen uit. Overal leggen mannen en vrouwen het werk neer. De Duitsers moeten weten dat het Nederlandse volk dit onrechtvaardig besluit niet mag nemen. Duitsers op hun beurt kondigen standrecht af en dat betekent, dat ze zonder waarschuwingen zullen gaan schieten op iedere samenscholing. Dat het Nederlandse volk tot in zijn ziel gekrenkt is, blijkt uit de scherpe reacties. In Nieuwe Pekela in de Groninger Veenkoloniën loopt het volk te hoop en sleept de NSB- burgemeester uit het gemeentehuis. Men slaat hem een portret van NSB-leider Anton Mussert op het hoofd stuk en smijt hem in het Pekelder Diep. Eerst nadat hij het NSB-speldje van zijn jas heeft gehaald, mag hij druipend van het water op de wal kruipen. Het is een wonder dat dit ernstige incident zonder bloedvergieten is afgelopen. In het hele land worden namelijk vele tientallen mensen zonder vorm van proces geliquideerd. De gebeurtenissen in Marum vormen daarbij een triest dieptepunt.
Boomstammetje op de weg
Zo rijden er die maandagmorgen vier militairen onder leiding van een Feldwebel, een sergeantmajoor, op de fiets over de Haarsterweg, richting Frieschepalen. Ze zullen meteen gaan kijken waar de wagens blijven, die met bouwmaterialen naar het kamp in Trimunt onderweg moeten zijn. Aan de Haarsterweg, niet ver van Frieschepalen vinden de Duitse soldaten werkelijk een enkel boomstammetje over de weg liggen. Ze slepen het obstakel opzij en peddelen verder, richting Friese grens. Als ze na enige tijd terugkomen en ontdekken dat het boomstammetje er alweer ligt, ontsteken ze in woede. Ze roepen een boer uit de omgeving en sommeren hem, onder bedreiging van hun geweren om de boom als de weerga weg te halen. In geprikkelde stemming rijden de soldaten verder. Als ze ontdekken dat er wat verderop, bij een van de boerderijen volk samenschoolt, besluiit de Feldwebel krachtig op te treden. De soldaten naderden snel en schreeuwen bevelen. De groep langs de weg stuift uiteen. Een stel jongeren, onder wie onderduikers, schieten het erf op en verdwijnen in een woonhuis en een schuur.
Een paar ouderen, onder wie de boer Euwe de Jong, blijven staan. Euwe de Jong is een goede veertiger, evenwichtig, zich van geen enkel kwaad bewust. Waarom zou hij wegvluchten? Enkele soldaten bewaken de mannen die bij de weg staann, de andere soldaten vliegen het erf op en dringen de boerderij binnen. Alle mannen en jongens die ze vinden, worden naar buiten gedreven. Onder hen zijn twee zoons van de boer, de 13-jarige Foppe en de 12-jarige Marten. Ze moeten bij de anderen aan de weg gaan staan, maar hun vader, Euwe de Jong zegt zacht maar niet veel nadruk: “Loop langzaam weg”. Marten volgt dat bevel op en verdwijnt schielijk naar de buren. Foppe (die later Gereformeerd predikant in het dichtbij gelegen Leek wordt) aarzelt nog even. Hij wil het liefst niets van het gebeuren missen. Maar zijn vader herhaalt duidelijk het bevel: "Loop langzaam weg”. Ook Foppe maakt zich dan uit de groep los en verdwijnt vlug. Als een van de laatsten wordt uit de boerderij gehaald een 13-jarig vriendje van Foppe, Steven van der Wier, die zich heeft verstopt in het pomphok, een schuurtje naast het huis waar de melkbussen worden schoongemaakt. Met Steven hebben we al kennis gemaakt aan het begin van dit waargebeurd verhaal.
Nadat de Duitsers er zich goed van overtuigd hebben dat er geen mannen meer in de boerderij van de familie De Jong zijn achtergebleven, wordt het groepje gevangenen, zwaar bewaakt, door de soldaten, afgevoerd. Het zijn Euwe de Jong en zijn knecht Gerrit van der Vaart, landbouwer Sibbele de Wal, buurjongen Hendrik Hartholt, boerenknecht Geert Jan Diertens de onderduikers Friedrich Ludwig van der Riet en Johannes Glas uit Dokkum die vanwege een verstuikte enkel de fiets van De Wal mag gebruiken, de broers Karst en Jan Doornhosch en Uitze en Steven van der Wier. Wat gaat er door hen allen heen?
Een eindje verderop, bij de boerderij van de familie Hartholt maken de Duitsers nieuwe gevangenen. Vader Hartholt die al op afstand heeft gezien dat de soldaten ook zijn zoon hebben meegenomen, is naar de weg gelopen om de Duitsers tot andere gedachten te brengen. Maar van de soldaten is niets goeds te verwachten. Ook vader Hartholt wordt nu gevangen genomen. De soldaten rennen met het geweer in aanslag het erf op en arresteren zijn twee andere zoons Dirk en Albert Hartholt, verder Jelle van der Wier, een broer van Uitze en Steven en Berend Assies, die verloofd is met een dochter van de familie Hartholt. Hij is pas een half uur voor de Duitse overval bij de boerderij gearriveerd. Ondanks de protesten van hem en zijn verloofde wordt ook Berend Assies gevangen genomen.
Zestien gevangenen
En zo gaan daar op die maandagmorgen over de Haarsterweg 16 mannen en jongens, bewaakt door Duitse soldaten, met de fiets aan de hand en het geweer schietklaar. Hebben de gearresteerden de ernst van de situatie wel ingezien? Waarschijnlijk niet. Ze voelen zich niet schuldig en ze moeten gehoopt hebben dat ze na ondervraging snel op vrije voeten zullen komen. Als het aan de commandant van de radarstelling Löwe in Trimunt zou hebbenn gelegen, zal het hele incident ook wel met een sisser afgelopen.
Duitse majoor Johann Mechels
Maar het lot van de gevangenen zal worden bezegeld door de 46-jarige Duitse majoor Johann Mechels van de SD, die ‘s morgens vanaf het Scholtenshuis in Groningen in zijn groene gevechtswagen met twee overvalwagens het Westerkwartier is ingetrokken. Mechels is juist een dag eerder belast met de handhaving van rust en orde in de drie noordelijke provincies en hij is van plan zijn macht op overduidelijke manier te demonstreren. Hij rijdt door het Westerkwartier en ontdekt dat er inderdaad gestaakt wordt, dat men melkbussen over de straat heeft laten leeglopen en dat er samenscholingen zijn. In het dorp Marum wordt door majoor Mechels en zijn mannen aan zo’n samenscholing op drastische wijze een einde gemaakt. De 29-jarige Andries Sikkenga wordt daarbij dodelijk getroffen. Een van de getuigen van deze moordpartij is de dan 20-jarige Wieger van der Wier, een broer van Uitze, Jelle en Steven. Terwijl zijn andere broers naar de families De Jong en Hartholt zijn gegaan, is hij naar Marum gefietst en wordt zo getuige van het brute optreden van de Duitsers. Wieger van der Wier is hevig ontsteld door de Duitse actie en hij besluit in allerijl naar huis te gaan om te waarschuwen.
Hij fietst terug naar De Haar en komt onderweg een jongen tegen die voor de Duitsers vlucht en die hem toeschreeuwt: "Het is niet best, ze pakken alles op”. Wieger laat zich er zich niet door afschrikken en hij riijdt snel door. Vlak bij zijn huis, voor de boerderij van Hartholt ziet hij de gevangenen staan, terwijl de Duitsers nog met hun overval bezig zijn. Hij passeert de groep juist op het moment dat zijn broer Jelle naar de weg komt lopen. Jelle ziet zijn broer en trekt een ernstig gezicht om uit te de drukken dat hij de situatie maar bedenkelijk vindt. Wieger fietst door en ziet even later dat de stoet zich in beweging zet. De 16 gevangenen beginnen aan hun laatste tocht, een wandeling van een paar kilometer naar het kamp in Trimunt. Vermoedelijk ziijn zij de laatsten geweest die hen buiten het kamp nog hebbenn gezien. Buiten de bewoners van de boerderij vlak bij de stelling Trimunt. Ze zien de mannen en jongens op korte afstand passeren. Ze zien ook Steven, de Muloscholier die nog naar hen lacht....
De gevangenen worden het kamp binnengeleid en opgesloten in de wachtbarak, niet ver van de ingang. Hun klompen blijven voor de deur staan. Nadat de mannen al een paar uur opgesloten hebben gezeten, rijdt majoor Mechels met zijn trawanten het kamp binnen. Hij heeft honger en hij gaat ervan uit dat er in het kamp wel iets te eten zal zijn.
Voordat het gezelschap aan tafel gaat, wordt aan majoor Mechels meegedeeld dat 16 boeren van De Haar zijn gearresteerd, vanwege de boomstammen, waarover telefonisch al is gerapporteerd. Of zijn de mannen en jongens van De Haar juist alweer in vrijheid gesteld en zijn ze op weg naar de slagboom als majoor Mechels de poort binnenrijdt? De lezingen over het gebeurde lopen uiteen. Wel staat vast dat Mechels opveert als hij hoort dat er arrestanten zijn. Dat is het moment waarop hij heeft gewacht. Nu kan hij tonen hoe er met saboteurs gehandeld moet worden, hoe de orde op krachtige wijze kan worden hersteld. Majoor Mechels geeft dan het duivelse bevel de gevangenen van De Haar ter plaatse te executeren.
Bij de zuidelijke ingang van het kamp, op kleine afstand van de wachtbarak is een kleine heuvel. Daar zal het vonnis van majoor Mechels worden voltrokken. De gevangenen worden even na het middaguur in kleine groepjes voor de heuvel opgesteld en vervolgens door de SD'ers van majoor Mechels met machinegeweren doodgeschoten.
Zo hebben daar die voorjaarsdag vader Hartholt en zijn drie jongens gestaan, hand in hand. Zo staan daar ook al die anderen, verbijsterd en verslagen.
Zo worden op 3 mei 1943 in Trimunt 16 onschuldigen wreed vermoord. En onder hen is een kind van 13 jaar! Steven van der Wier. Wat heeft hij met de oorlog te maken? Waarom moet hij sterven? Alleen door de gril van een Duitse majoor?
Wieger van der Wier in 1980
Wieger van der Wier, nu 57 jaar (in 1980), die nog altijd op de ouderlijke boerderij woont aan de Haarsterweg in Marum, denkt nog vaak terug aan die verschrikkelijke dag, lang geleden. En hij heeft zich ontelbare malen afgevraagd waarom die 16 mensen hebben moeten sterven. Waarom zijn broers Uitze, Jelle en Steven door vijandelijke kogels zijn geveld. Waarom mocht hij zelf blijven leven? Waarom is hij die morgen naar Marum gefietst en daardoor de dans ontsprongen? "Ze zijn voor ons gevallen”, zegt Wieger van der Wier. Na de executies in Trimunt zijn de lichamen van de doden in de overvalwagens geladen en later in alle stilte in Appèlbergen in Harenermolen (bij Haren) begraven. Na het einde van de oorlog zijn ze daar gevonden en samen herbegraven op het kerkhof van de hervormde kerk te Marum-West. Tevoren wordt er in de Gereformeerde kerk van Marum een aangrijpende rouwdienst gehouden, waarin de doden van Trimunt zijn herdacht. Alle slachtoffers ziijn lid geweest van de Gereformeerde kerk.
Als vergelding tegen de april-meistakingen worden op 3 mei 1943 zestien inwoners van Marum opgepakt: Berend Assies, Geert Jan Diertens, Jan Doornbosch, Karst Doornbosch, Johannes Glas, Albert Hartholt, Andries Hartholt, Dirk Hartholt, Hendrik Hartholt, Eeuwe de Jong, Friedrich Ludwich van de Riet, Gerrit van der Vaart, Sibbele de Wal, Jelle van der Wier, Steven van der Wier en Uitze van der Wier. Zij worden op de Duitse radarstelling Trimunt bij Marum gefusilleerd. Zij zijn begraven bij de kerk van Marum.
Beeldhouwer Willem Valk heeft een monument ontworpen dat boven de graven van de slachtoffers is geplaatst. Het is in 1948 in aanwezigheid van onder anderen burgemeester jhr. mr. Jacob Willem Alberda van Ekenstein onthuld. De burgemeester heeft een toespraak gehouden waarin de gevallenen worden herdacht en legt een krans namens de koningin (1980).Het monument bestaat uit een eenvoudig beeldhouwwerk van vier rechthoekige zuilen die worden verbonden door dwarsbalken.
Op elke zuil is een zaadbol geplaatst, als symbool van het zaad dat moet sterven om nieuwe leven te kunnen laten ontstaan. Het werk staat aan de kop van een ronde bakstenen muur, waarin eenvoudige staande zerken zijn aangebracht met daarop de namen van de zestien slachtoffers (4).
Grafmonument
Op de dwarsbalken van het grafmonument staat de tekst::
"Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Voor 't vaderland gevallen als slachtoffers van de Duitse terreur op 3 mei 1943"
Een tweede kleiner, sober monument is opgericht op de fusilladeplaats in Trimunt.
Foppe de Jong (1929-2022) lijdt in de eerste jaren van de Duitse bezetting aan tuberculose. Hij ligt in een bed voor het raam van zijn ouderlijke woning in buurtschap De Haar tussen Marum en Frieschepalen. Bijna dagelijks ziet hij Duitse soldaten aan zich voorbijtrekken die in het dorp belast zijn met de bewaking van de radarpost Löwe in het nabijgelegen Trimunt. Hij zwaait, de Duitsers zwaaien terug.
In De Haar lijkt de oorlog ver weg. Waar de bezetting in het Westen door de Februaristaking van 1941 en de Jodenvervolging al een grimmig karakter heeft, is de aanwezigheid van de Duitsers voor de inwoners van Marum en omgeving een gegeven dat er nu eenmaal bij hoort. Is er een huwelijk, dan kan het zomaar gebeuren dat een van de Duitse soldaten de bruiloft opvrolijkt met zijn accordeonmuziek.
Het geheim van Foppe de Jong (1929-2022)
Op 3 mei 1943 wordt alles anders. Wat er dan gebeurt, zal ook het verdere leven van de toen 13-jarige Foppe bepalen. Tachtig jaar lang draagt hij een geheim met zich mee dat hij pas drie maanden voor zijn overlijden zal openbaren.
We hebben het boven al omschreven: op 29 april breken de April-meistakingen uit. Het begint bij machinefabriek Stork in Hengelo, maar het breidt zich razendsnel uit naar vooral Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland. Bedrijven gaan dicht, winkels houden de deuren gesloten, boeren kieperen melkbussen leeg in de sloot.
Ook in buurtschap De Haar is het onrustig. Kwajongens zitten de Duitsers dwars: ze leggen op maandag 3 mei boomstammen op de Haarsterweg. Het leidt tot een woedende reactie. De Duitsers pakken zestien willekeurige mannen en jongens op – onder wie Euwe de Jong, Foppes vader, en zijn beste vriendje Steven – om ze in Trimunt te fusilleren. Ook op andere plekken in Nederland slaan de nazi's op bevel van Hanns Albin Rauter, de hoogste SS'er in Nederland, de staking genadeloos neer. Na drie dagen zijn de stakingen voorbij.
Erik Dijkstra, Losser 9 maart 1977:
"Tot de zomer van 2020 wist ik eigenlijk niks van deze staking, hoewel ik geschiedenis studeerde, ben opgegroeid in Twente en veel belangstelling heb voor de Tweede Wereldoorlog", "Toen ik mij erin verdiept had, dacht ik: waarom is hier niet meer over bekend? Dit staat in dezelfde orde als de bekende Februaristaking van 1941. De stakingen van 1943 vormden een definitief keerpunt in de bezetting. De Duitse bezetters wisten dat ze de Nederlandse bevolking niet voor hun zaak zouden winnen. De Nederlandse bevolking wist dat er van de Duitsers niets goeds te verwachten was."
Televisieserie
Dijkstra schrijft en redigeert samen met Hans Morssinkhof het boek 'Staken op leven en dood' , waarin ook bijdragen van anderen zijn opgenomen. Ook werkt hij mee aan een driedelige documentaire bij BNN/VARA, die is uitgezonden. 'De vergeten April-meistakingen van 1943', zo luidt de ondertitel. Maar zo vergeten zijn de stakingen toch niet, zeker niet in Noord-Nederland. Marum bijvoorbeeld herdenkt elk jaar de zestien vermoorde dorpsgenoten bij het monument op het kerkhof;.
"Dat klopt, maar we willen duidelijk maken dat de stakingen deel uitmaken van de landelijke oorlogsgeschiedenis", zegt Dijkstra, die geschiedenis heeft gestudeerd in Groningen. "En we willen de persoonlijke verhalen van de betrokkenen voor het voetlicht brengen nu het nog kan. Ik ben ontdaan hoe deze gebeurtenissen in de getroffen families nog steeds doorwerken,", schrijft Dijkstra.
De stakingen zijn een reactie op de maatregel van de Duitse bezetters om de Nederlandse militairen weer in krijgsgevangenschap te nemen. In de zomer van 1940 zijn ze juist vrijgelaten, omdat de bezetter de Nederlanders zijn goede bedoelingen wil tonen. Maar de Duitsers zijn in 1943, na de nederlaag bij Stalingrad, niet meer zeker van een voor hen goede afloop van de oorlog. Door de Nederlandse militairen weer in krijgsgevangenschap te nemen, kunnen ze voorkomen dat zij activiteiten tegen de bezetters ondernemen. Bovendien kunnen ze dan dwangarbeid verrichten: de Duitse oorlogsindustrie schreeuwt om medewerkers.
Schrik aanjagen
Maar de Nederlanders pikken het niet en gaan in staking. "Tot grote schrik van Heinrich Himmler, een belangrijk nazi-kopstuk in Duitsland", vertelt Dijkstra. "Hij beveelt Rauter dat die de staking koste wat kost de kop in moet drukken. Zo hard mogelijk, om de bevolking zo veel mogelijk schrik aan te jagen. Ze vrezen dat de staking zich zal uitbreiden naar andere landen als België en Frankrijk. Daar zou dan mogelijk een invasie van geallieerde troepen op kunnen volgen."
Zo vallen er niet alleen in Trimunt, maar ook op tal van andere plekken veel doden. Het bloedige optreden van de bezetter eist 184 mensenlevens, van wie 80 mensen standrechtelijk zijn geëxecuteerd, de anderen verliezen het leven bij schietpartijen of komen in strafkampen om het leven. Daarnaast raken vierhonderd mensen gewond.
Onze Foppe de Jong is net hersteld van zijn ernstige ziekte wanneer de staking losbarst. Hij mag na drie jaar weer naar buiten. De gebeurtenissen vindt hij maar wat spannend. Overal in De Haar staan volwassenen op straat met elkaar te praten. Foppe staat naast vader Euwe wanneer er Duitse militairen aankomen. Euwe heeft snel door dat het helemaal mis is. "Loop weg jonkje", zegt hij. Aanvankelijk gehoorzaamt Foppe niet, maar dan herhaalt Euwe op uiterst strenge toon zijn woorden en kan Foppe nog net weg komen. Euwe en vijftien anderen worden opgepakt en nog dezelfde dag doodgeschoten. Alleen Foppe is ontkomomen...
Verloving
Ook in Musselkanaal is het onrustig. Voor Grietje Dekker is 1 mei 1943 echter een prachtige dag. Ze verlooft zich met Willem Kamijn. 's Avonds gaan Willem en Grietje voor het huis van haar ouders nog even bij de sloot zitten en ze praten wat. Dan komt er een overvalwagen aan met Duitse militairen. Een van hen begint lukraak om zich heen te schieten met een mitrailleur. Een kogel komt terecht in de buik van de 24-jarige Grietje.
Ze ligt levensgevaarlijk gewond op straat. De plaatselijke dokter Van Klinken komt erbij en hij constateert dat de hevig bloedende Grietje in haar lever is geraakt en onmiddellijk naar een ziekenhuis moet. Hij krijgt een woordenwisseling met de aanwezige Duitsers. Intussen komt haar vader naar buiten die de Duitsers smeekt om even bij zijn dochter te mogen kijken, maar die snauwen hem op zeer brute wijze af.
De Duitsers rijden met Grietje in een vrachtwagen weg. Even buiten Musselkanaal leggen ze haar buiten de vrachtwagen, zo zien getuigen. Een van de militairen schiet haar door het hoofd. De Duitsers voeren het stoffelijk overschot af, haar ouders krijgen niet te horen wat er met haar gebeurd is.
"Grietjes moeder is enkele jaren na de oorlog overleden", vertelt Dijkstra. "Ze had kanker, maar voor de familie is ze van verdriet gestorven. Op haar sterfbed kon ze via een spiegel de foto van Grietje zien. Ze lag er maar naar te kijken. Op zeker moment hebben ze de spiegel maar weggehaald." De moord op tante Grietje hangt nog altijd als een donkere wolk boven de familie. In elk huis van de familie hangt haar portret. Voor Grietje is een struikelsteen in de stoep gelegd, bij de plek waar ze woonde.
Vermissing erger dan doodsbericht
Ook het lot van de zestien doodgeschoten mannen en jongens van De Haar blijft lang onduidelijk. "De Duitsers willen de bevolking zoveel mogelijk angst aanjagen", stelt Dijkstra. "Ze vertellen daarom niet waar de lichamen gebleven zijn. Ze willen zo ook voorkomen dat er een plek komt waar mensen samenkomen om de overledenen te herdenken. Wel hangen ze in Marum plakkaten op met de lijst van de mensen die het doodvonnis hadden gekregen."
"In andere plaatsen kregen mensen soms helemaal niet te horen wat met hun naasten is gebeurd", vervolgt Dijkstra. ,,Een vermissing is nog erger dan een doodsbericht. Mensen durven heel lang hun achterdeur niet op slot te doen, want dan zou hun zoon of man niet binnen kunnen komen. Of ze dekken tegen beter weten in nog een extra bordje op tafel."
De gefusilleerde zestien zijn, samen met andere slachtoffers, afgevoerd naar de Appelbergen, het bos tussen Glimmen en Noordlaren. In 1945 zijn daar 34 lijken gevonden, waaronder de zestien van Trimunt. Ze zijn samen herbegraven op het kerkhof van de hervormde kerk in Marum. Bij een monument daar is ieder jaar een herdenking. Ook bij Trimunt is een monument met de namen staan van de zestien slachtoffers. Het vermoeden is dat bij Appelbergen nog meer mensen begraven zijn. In 2003 is er nog een uitgebreide zoektocht gehouden, maar zonder resultaat: in de zompige veengrond is alles vergaan.
Domine Foppe de Jong
Foppe de Jong is dominee geworden. Hij preekt vaak over schuld en vergeving. Wanneer Erik Dijkstra hem benadert voor de documentaire over de stakingen, wil hij graag zijn verhaal doen. Tegenover Dijkstra onthult De Jong het geheim dat hij al bijna tachtig jaar met zich meedraagt.
In die noodlottige meidagen wachten Duitse soldaten bij hun radarpost tevergeefs op een vrachtauto die hen moet bevoorraden. Wat blijkt? Er zijn, zoals we al hebben gelezen, boomstammetjes op de weg gelegd, waardoor ze er niet langs kunnen. De stammetjes worden weggehaald, maar even later liggen ze er weer. Het leidt de wraakactie in waardoor vijftien mannen en een jongen van 13 de dood vinden.
Die jongen van 13 is Steven, het beste vriendje van Foppe, die hem tijdens zijn langdurige ziekte van boeken voorzien heeft. Verstandelijk weet Foppe wel dat hij in 1943 nog een kind is en dat het de Duitsers zijn die deze zestienvoudige moord begaan, maar hij heeft het zichzelf nooit vergeven dat een clubje jongens op zijn initiatief die boomstammen op de weg heeft gelegd.
Drie maanden na zijn gesprek met Erik Dijkstra sterft Foppe de Jong, 93 jaar oud in 2022.
Johann Mechels kon na zijn overplaatsing naar Noord-Nederland meer tijd doorbrengen met zijn familie in Irrhove. Nadat hij in Slovenië en aan het Oostfront had gediend, mocht majoor Johann Mechels (1897-1978) begin 1943 wat op verhaal komen en kreeg hij overplaatsing naar Noord-Nederland. Dat was fijn voor hem, want hij kwam uit Irrhove, dat ligt vlak over de grens bij Winschoten. Hij kreeg van Hanns Albin Rauter het commando over de politie in Noord-Nederland.
Wanneer er eind april zestien mannen en jongens zijn opgepakt bij Marum, rijdt Mechels daar naartoe. Op eigen houtje beslist hij dat ze de kogel krijgen. Dat komt hem niet veel later op een forse reprimande te staan. Rauter staat er op dat hij zelf de doodvonnissen bekrachtigt. "Zo was de verwrongen logica bij de Nazi's", zegt Erik Dijkstra. "Moorden mag, maar dan wel volgens de officiële regels.Vier jaar na de bevrijding komt Mechels voor de Nederlandse rechter. Hij begint te huilen als die hem ermee confronteert dat hij ook een jongen van 13 jaar oud liet executeren. "Ik zei nog, loop maar weg. Hij stond immers op de lijst. Ik heb nog geroepen: "Mein Gott, auch der noch !" De rechter rekent hem de oorlogsmisdaad zwaar aan. In eerste instantie krijgt hij 20 jaar celstraf, in hoger beroep blijven daar 14 jaar van over. Al na 4 jaar komt hij vrij, vanwege het gebrek aan cellen in Nederland.
In Irrhove menen ze dat dit aanleiding is om de verloren zoon met een groot feest te ontvangen. De Nederlandse overheid krijgt daar lucht van en waarschuwt dat de vervroegde vrijlating niet doorgaat als dit ontaardt in een dorpsfeest. Dus wordt het feest afgelast. Mechels houdt jaren lang vol dat hij lang in krijgsgevangenschap heeft gezeten. Maar later komen zijn oorlogsmisdaden toch bovendrijven. Zijn zoon Eberhard wil er niets van weten, zijn kleindochters Martje en Anne realiseren zich dat hun opa een erg duistere kant heeft. Ze werkten graag mee aan het boek en de documentaire van Erik Dijkstra. Ook hebben ze nog met Foppe de Jong gesproken. Martje is zondagmiddag 30 april ook aanwezig bij een herdenkingsdienst in de Gereformeerde Kerk in Frieschepalen. In Trimunt bij Marum zijn van 2 tot en met 13 mei zijn er negen opvoeringen van de openluchtvoorstelling geweest; over de moord op de zestien van De Haar.
Maandag 24 april om 2023 is op NPO2 de eerste aflevering te zien geweest van 'Staken op leven en dood'. Deel twee en drie volgen op 1 mei en op 8 mei op hetzelfde tijdstip. De regie is in handen van Kees Schaap. De auteurs van het gelijknamige boek, Erik Dijkstra en Hans Morssinkhof hebben aan de documentaireserie meegewerkt. De April-meistakingen worden in de de de komende weken op diverse plekken uitgebreid herdacht. Zo is er woensdag 3 mei bij het paviljoen Appelbergen te Glimmen de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst met kransleggingen geweest, de voorlezing van een gedicht en andere activiteiten. Museum Opsterlân in Gorredijk heeft een tentoonstelling over de staking ingericht, die in Friesland bekend staat als de 'Melkstaking'. Truus de Witte is gepromoveerd op de April-meistaking en de nasleep ervan. Ze heeft hierover op woensdag 3 mei 1943 een lezing in Franeker gegeven.
En majoor Johann Mechels?
Majoor Johann Mechels die pas op 12 januari 1949 in arrest kan worden genomen, wordt op 3 oktober 1949 door de Bijzondere Strafkamer van de Arrondissements-Rechtbank in Groningen veroordeeld tot 20 jaar met aftrek; een milde straf, zoals we het nu zien. Tegenwoordig zal dit als een oorlogsmisdaad worden gezien. Door de Bijzondere Raad van Cassatie in Den Haag wordt de straf op 9 december 1950 verlaagd tot (slechts) 14 jaar met aftrek. En zelfs die verhoudingsgewijs geringe straf heeft Mechels niet hoeven ondergaan. Volgens het Ministerie van Justitie in Den Haag is Mechels voorwaardelijk in vrijheid gesteld op 22 december 1954 en daarna de grens overgezet. Hoe kan deze gewetenloze moordenaar zo snel op vrije voeten komen? Omdat volgens het Ministerie van Justitie er ten aanzien van politieke delinquenten een andere rechtspleging is gevolgd dan voor commune delicten. In die tijd is er een zo groot aantal gevangenen, dat men ze moeilijk kan huisvesten; er is geen plaats.... Daarom heeft men politieke delinquenten op grote schaal gegratieerd en hen vrij rigoureus in vrijheid gesteld. Het lijkt ten aanzien van majoor Mechels een betreurenswaardige vergissing [3] [4].
Zou majoor Johann Mechels in zijn Heimat OstFriesland, niet ver van Groningen, nog vaak hebben gedacht aan de 16 doden van Trimunt en misschien in het bijzonder aan Steven van der Wier, die schooljongen van 13 jaar, die op zijn bevel is gedood?
Dr. L. de Jong schrijft in het 'Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog' dat er in heel Nederland door de stakingen 175 dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Daaronder vormen de 16 doden van Trimunt een wel heel bijzondere groep. Hier zijn het louter gereformeerde mannen, boeren, hun zonen, knechten en onderduikers geweest, die door de SD in koelen bloede zijn doodgeschoten. Onder hen een jongen van dertien jaar! [5]. Opdat we nooit vergeten.....!
Foto: Grafmonument voor de 16 doden bij Trimunt, waarop de 16 namen staan van de slachtoffers [4]. Vlakbij De Haar wordt een Duitse radarpost gebouwd, de stelling Trimunt. Daar wordt de koers van overvliegende geallieerde bommenwerpers vastgesteld.
Tijdens de Meistaking van 1943 hebben een paar jongens wat boomstammetjes over de weg naar Trimunt gelegd. De Duitsers hebben dit als sabotage van de radarstelling opgevat. Dat is het natuurlijk niet. Het is een verzetje geweest, een kwajongensstreek [4].
De namen van de 16 doden van Trimunt:
Andries Hartholt – 12 maart 1880
Dirk Hartholt – 16 april 1916
Albert Hartholt – 13 april 1917
Hendrik Hartholt – 13 augustus 1925
Berend Assies – 1 mei 1914
Uitze van der Wier – 21 mei 1917
Jelle van der Wier – 4 oktober 1920
Steven van der Wier – 12 mei 1929
Euwe de Jong – 4 oktober 1901
Gerrit van der Vaart – 11 april 1923
Johannes Glas 7 april 1919
Karst Doornbosch – 23 februari 1919
Jan Doornbosch – 1 mei 1922
Friedrich Ludwig van der Riet- 15 februari 1915
Sibbele de Wal – 21 september 1908
Geert Jan Diertens – 18 mei 1923
Noten en bronnen:
1- Het drama van Trimunt, Jan A. Niemeijer, Friesch Dagblad, 19 april 1980.
2- Nationaal Comité 4 en 5 mei, Marum monument bij de N.H. Kerk.
3- Wikipedia Commons
4- TraceOfWar
5- Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Dr. L. de Jong, dl. 6.
6-
Dagblad van het Noorden, 23 april 2023.
Met medewerking van:
Fotografie:
©Jur Kuipers
Design en samenstelling: ©Harm Hillinga
Webmaster: Harm Hillinga